Van St. Josef naar Jacobs.

Goed geslapen en een goed ontbijt van ons Janneke gehad voordat ik 19 maart om 9.00u vertrok. Drie schone dames hebben me vergezeld van thuis naar St. Josef op de Smakt.
Eerst even een bakkie koffie in het Pelgrimshuis, toen de Hoogmis. Tot mijn schrik bleek de priester geen weet te hebben van mijn pelgrimszegen direct aansluitend aan de mis. Eerst een inwendige vloek, en daarna meteen de gedachte: een pelgrim moet nederig zijn. Werd ik dus meteen met de neus op de feiten gedrukt.
Gelukkig heeft de priester een mooie zegen achter in de kerk bij het Jozefbeeld geïmproviseerd, toch een waardig begin van mijn pelgrimage. Vader Nellen is zo goed mijn pelgrimspaspoort te voorzien van de eerste stempel, er zullen er nog veel volgen.
In het Pelgrimshuis afscheid genomen van goede vrienden en familie, toen toch maar om 13.00u aanstalten gemaakt om te vertrekken. Zoals op de foto te zien is ben ik fijn en hartelijk uitgezwaaid, deed me goed.

De eerste kilometers gaan door bekent terrein: de Geijsterse bossen. Net voor Wanssum kom ik een eerste groep wandelaars tegen, waarvan de voorste opmerkt (dus niet vraagt) u gaat naar Santiago!! Is dat dan aan mij te zien?? Ja zeggen de wandelaars: alle pelgrims naar Santiago zien er zo uit.

Bij de bakker in Meerlo even nog thee gedronken en een broodje gegeten.
In het St. Josefhotel in Tienray heb ik een bed gereserveerd. Na douche en degelijke hoor ik het carillon het bekende deuntje van Ave Maria spelen, aansluitend luiden de klokken voor een avonddienst. Dus eerst even snel naar de kerk voor een stempel in mijn pelgrimspaspoort, gelijk maar even blijven zitten voor een mis met boetedoening. Twee keer op één dag naar de kerk, is me nog nooit overkomen. Na eten in het hotel naar bed, regelmatig gestoord door het melodietje van het carillon, en ’s morgens vroeg weer op pad.

Er is slecht weer voorspeld, koude en veel regen. Gelukkig hou ik het tussen Tienray en Grubbenvorst bijna droog. In de Witte Dame een salade gegeten, toen door naar Blerick, bij mijn vriend van het werk, Jan en Mia Jacobs. Hier ben ik warm onthaald, met lekker eten en een warm bed in het vooruitzicht. Jan heeft in de pelgrimspas de stempel van woningstichting Blariacum gezet. Had ik nog over na de fusie, de stempel mag Jan als aandenken houden. Ook oud collega Bertus Smits kwam speciaal even aan om mij nog de hand te drukken. Het doet me goed zulke fijne mensen te kennen. Het is nu bijna 7 uur, nog even bijpraten over vroegere tijden bij Antares en dan maar naar bed. Morgen wil ik met de pont over de Maas in Steijl naar de kerk en klooster van de Heilige Arnoldus gaan kijken, Jan waarschuwt me dat het morgen, Goede Vrijdag wel eens druk kan worden met Duitsers. We zullen zien.

Van St. Josef naar Jacobs, eigenlijk ben ik dus al op mijn bestemming. Alleen de kilometers kloppen nog niet, maar wel de titel: van St. Joep naar St. Jacob. Nu nog maar 2465 kilometer te gaan. Ultreia en Suseia